Ik wil schreeuwen, stampen.
Maar het lukt me niet.
Ik voel me verloren, eenzaam.
Ik doe er niet toe.
Astrid is moe, vooral in haar hoofd. Ze wil 19 kilo afvallen met de virtuele maagband, maar ze is bang dat het haar niet gaat lukken. Dat ze het niet volhoudt.
Als Astrid in hypnose is, gaan we op zoek naar het ontstaan van haar gevoel dat ze er niet toe doet. Want nu eet ze dit gevoel vaak weg, het liefst met een XXL zak paprikachips.
'Ik sta op de gang.'
'Waar?'
'In de gang van vroeger, thuis.'
'Wat doe je daar?'
'Afkoelen.'
'Heb je het warm dan?', vraag ik.
'Nee, ik moet tot 10 tellen. Ik ben boos, gefrustreerd.'
'Wat is er gebeurd?'
'Jeroen zat me keihard te schoppen onder tafel'.
'Hoe reageerde je?'
'Ik ging gillen.'
'En dan?'
'Moet ik naar de gang. Om af te koelen. Dat is toch niet eerlijk'
'En daarna?'
'Moet ik weer aan tafel gaan zitten. Mijn mond houden en dooreten.'
'Hoe voel jij je dan?'
'Boos. Gefrustreerd. ik doe er niet toe.'
'Wat ga je dan voortaan doen?'
'Mijn gevoel voor mijzelf houden en de frustraties wegeten.'
'Wat wil je vandaag veranderen?'
'in plaats van mijn frustraties wegeten ga ik me uitspreken.'
'En Jeroen?'
'Die krijgt van mij de paprikachips die nog in de la ligt.'